(1)
Voor iedere medewerker is het duidelijk waar de organisatie voor staat en naar toe wil (visie). Een kwestie van je visie vastleggen op twee A4, want als je die niet op twee pagina’s kwijt kunt, begin er dan helemaal niet aan. Geef ruimte aan medewerkers om innovatieve ideeën in te brengen om die stip op de horizon te bereiken. En maak ook duidelijk dat die stip verschuift, want een visie is natuurlijk dynamisch.
(2)
Zorg voor een werksfeer, waar mensen niet bang zijn om hun mond open te doen. ‘Als je je kop boven het maaiveld uitsteekt, gaat die eraf,’ hoor ik vaak. Druk uitoefenen door mensen bang te maken, werkt averechts. Tolereer geen achterklap, dus doe er zelf ook niet aan mee, ook al is een keertje roddelen best lekker en menselijk. Stimuleer een dialoog met collega’s, waarbij mensen elkaar de waarheid durven te zeggen. Help mensen complimenten te geven aan anderen en hun kritiek constructief te uiten.
(3)
Het teamresultaat telt. Beloon ‘het vragen om hulp’ net zo goed als het ‘bieden van een oplossing’. Voer naast een individuele waardering ook een teamwaardering in.
(4)
Deel kennis en ervaring met elkaar. Mensen voelen zich dan betrokken bij de hele organisatie en je vermijdt hiermee de eilanden-cultuur en het opnieuw uitvinden van wielen.
(5)
Schaar niet iedere medewerker over één kam, maar heb oog voor het individu. Bij grote bedrijven is dat natuurlijk moeilijker dan bij kleine bedrijven. Ik had een talentvolle medewerker die keihard werkte, maar ongeveer elke twee maanden in een crisis terechtkwam. We besloten samen elke maand een wandeling van een uur te maken om van alles en nog wat met elkaar te bespreken. Zo bleven we de problemen voor. Hij heeft lang bij mij gewerkt en is op een gegeven moment voor zichzelf gestart. We maken nog steeds wandelingen.
(6)
Laat collega’s naar elkaar luisteren en schakel de grootste ‘schreeuwers’ uit. Ooit studeerde ik af op de Delphi-methode. Bij de Delphi-methode wordt gebruik gemaakt van verschillende rondes, waarbij iedere deelnemer de tijd krijgt om antwoord te geven op de vraagstelling. De antwoorden worden verzameld en komen in volgende rondes weer aan bod. Door de deelnemers bij elke nieuwe ronde te confronteren met elkaars ideeën en inzichten kan er toegewerkt worden naar een consensus.
(7)
Medewerkers die het resultaat van hun werk zien, zijn meer tevreden. Informeer mensen over wat ze tot stand hebben gebracht als dit niet direct zichtbaar is. Laat ze weten of er complimenten en/of klachten van klanten zijn binnengekomen.